Na het horen van 109 getuigen zijn maandag de pleidooien gestart in het Tongerse hof van assisen, waar het proces over de frituurmoord in Maaseik aan de elfde procesdag toe is.

Meester Dirk Arits beet de spits af namens de burgerlijke partijen. Hij toonde in zijn 1,5 uur durend pleidooi aan dat Manuella Vossen, echtgenote van het slachtoffer, en haar minnaar Mathy Franssen betrokken zijn bij de dood van militair en brandweerman Jacky Roussard, die op 12 juli 2006 met een nekschot afgemaakt werd achter frituur 't Lekkerbekje in Maaseik.

'Vossen heeft op een haar na de perfecte moord gepleegd. Ze is minstens de mededader, want ze heeft de nodige hulp verleend. Hun strategie was om niet mee te werken aan het onderzoek en als het even kon het tegen te werken en te misleiden. Er was een passioneel motief en anderzijds een financieel motief. De seksuele relatie tussen Vossen en Franssen werd immers verzwegen. Hun verklaringen zijn doorspekt met leugens', aldus Arits, die een reeks aanwijzingen van schuld aanhaalde.

Verongelukken of verzuipen

Arits verwees naar het verzwijgen van de amoureuze relatie tussen Vossen en Franssen, haar respectloze en apathische houding na de dood van haar echtgenoot en haar criminele ingesteldheid, want tegen enkele familieleden had ze al laten uitschijnen dat ze het niet erg zou vinden als haar man zou verongelukken of verzuipen. Ze sprak ook eens over het 'laten opruimen' van haar echtgenoot. 'Ze wilde scheiden van Jacky, maar ze wilde geen vechtscheiding, want dat zou haar financieel ruïneren', zei Arits.

Vossen durfde de avond van 12 juli 2006 niet naar haar echtgenoot gaan kijken, toen ze een slag hoorde. 'Naar eigen zeggen van het dichtvallen van de container, maar dat was het nekschot. Ze is geen enkel ogenblik naar haar zieltogende man gaan kijken. Nadat de hulpdiensten arriveerden, die ze eerst liet passeren, deed ze verder met de afwas in de frituur.

Stront aan de knikker

Na de dood van Jacky trok Mathy Franssen meteen bij haar in. De moeder van Jacky trof Mathy 's morgens in pyjama aan, toen ze een doodsbrief wilde ophalen. De dag van de begrafenis zijn ze gezellig gaan eten. 'Hier is stront aan de knikker', dachten familieleden en vrienden van de beschuldigden die al wisten van de affaire', ging Arits verder.

De houding van Franssen en Vossen was van 'bewijs het maar, ik werk niet mee'. Franssen weigerde een test met de leugendetector. Volgens raadsmannen Dirk Arits, Marijke Zimmermann en Daniel Libens moesten de speurders het maar zelf uitzoeken. 'Dat bleek uit hun houding, toen hen naar moraliteitsgetuigen gevraagd werd. De arrogante Franssen is een gepatenteerde leugenaar', aldus Zimmermann.